Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
Gymnastiek en tekenen
Verhaal over de BWS
Toen ik mijn loopbaan aan de BWS begon, was de school – toen nog u.l.o.-school – klein. Drie leraren en de tweede en derde klas gecombineerd, wat gelukkig door het stijgen van het leerlingenaantal na enkele jaren niet meer nodig was. Ik gaf toen behalve Duits ook wel Nederlands, aardrijkskunde en in de eerste klas Frans. Maar….. ik moest toen bij gebrek aan een bevoegde leerkracht ook een vak geven, waar ik echt niet om zat te springen. Toen ik aan de BWS begon, werd ik voor de keus gesteld: óf tekenen óf gymnastiek. Om met het laatste te beginnen: bij mijn onderwijzersopleiding ben ik voor de aantekening j (=gymnastiek) gezakt. Ik was daar niet rouwig om, want als er één vak was, waar ik een hekel aan had, dan was het gymnastiek. Wat tekenen betreft: toen ik mijn u.l.o.-examen deed, heb ik tekenen laten schrappen, omdat mijn tekeningen niet waren aan te zien. (´k Heb er trouwens spijt van, dat ik ze niet heb bewaard, want ze zouden nu door kunnen gaan voor moderne kunst. Geloof me, ik zou ze zonder meer te gelde hebben gemaakt). Van Shakespeare komt de uitspraak „to be or not to be, that´s the question“. Voor mij was het „tekenen of gymnastiek“. Het werd……gymnastiek!!! Ik zal jullie de bijzonderheden maar besparen, maar de heer Halff nam me op een gegeven moment apart en stelde de vraag: „Laat jij ze zakdoekje leggen?“ Ik was namelijk uitgegaan van een handleiding, die voor lagere scholen (nu: basisscholen) bestemd was. Vandaar. Het stijgen van het leerlingenaantal bracht tot mijn grote blijdschap met zich mee, dat er een gymleraar kon worden aangesteld.
Ik kwam trouwens later – ik weet niet meer om welke reden (ziekte of vacature?) – voor het feit te staan om tekeningen te beoordelen en er cijfers voor te geven. Ik was toen, gezien mijn eigen producten van vroeger, al gauw geneigd achten of negens te geven, omdat ik het zo mooi vond, terwijl een collega, die ik erbij heb gehaald, vond: „Wat? Hooguit en zes!“
Ik wil hierbij niet onvermeld laten, dat ik grote bewondering had voor de tekeningen van Hans Sparrius. Hij verstond de kunst om hele kathedralen op papier te toveren en was ook op muzikaal gebied als organist een kei.
Heinz Volkert