Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
De Anekdotejager 18
Henk Ruijgh (69) kwam in 1945 voor het eerst op Ameland. Zijn vader is Amelander van geboorte en opgegroeid bij de vuurtoren waar grootvader Ruijgh vuurtorenwachter was. Henk Ruijgh woont in Bergum en heeft vanwege zijn werk twee jaar op het eiland gewoond. Hij komt er nog regelmatig en wil er wel weer gaan wonen als hij een betaalbaar huis kan vinden. Ruijgh is de anekdotejager van De digitale Krant van Ameland. Lees hier de vorige Anekdotejager.
WONEN OP AMELAND (18)
door Henk Ruijgh
Op een winteravond zaten wij voor de televisie. Ik was die avond vrij van dienst, toen de stroom uitviel. Toen ik naar buiten keek was alles donker. De straatverlichting was uit en ook bij de buren aan overkant van de straat was alles donker. Dit betekende dat het een storing van behoorlijke omvang was. Na wat kaarsen te hebben gezocht spoedde ik mij naar de centrale. In de arbeidsovereenkomst stond tenslotte dat een ambtenaar 24 uur dienst had. Maar ook als dat er niet in had gestaan was ik natuurlijk naar de centrale gegaan. Het was een vreemde gewaarwording om zonder straatverlichting en verlichte vensters van de huizen door de dorpen te rijden.
Alle collega’s waren op de centrale aanwezig. Er was een motor uitgevallen met, naar later bleek, grote schade. De motorolie lag in een dikke laag op de machinekamervloer. Terwijl we bezig waren de olie enigszins op te ruimen zodat we bij de motoren konden komen, werd er een andere motor opgestart. Zo kon een gedeelte van het eiland weer van stroom worden voorzien. Toen dat klaar was werd de volgende motor opgestart tot er zoveel stroom werd opgewekt, dat het hele eiland weer van stroom was voorzien. De volgorde van stroomvoorziening was zo, dat de openbare voorzieningen zoals de waterleiding, vuurtoren en straatverlichting het eerst stroom kregen.
Toen alles weer een beetje op orde was konden we weer huiswaarts keren.
De dienstdoende machinist Jaap Metz moest natuurlijk zijn dienst voortzetten.
De volgende dag bleek de schade aan de motor groot. We moesten een andere oplossing zoeken om weer op de volledige opweksterkte te komen.
We lieten een motor van hetzelfde type overkomen van Terschelling. Dat eiland kon hem missen.
Dit betekende veel werk. De kapotte motor moest verwijderd worden en de motor moest van Terschelling komen. Dit gebeurde enkele dagen later. Op Terschelling had men de motor op een dekschuit geladen en een sleepboot uit Harlingen sleepte het geheel naar Ameland.
Het toeval wilde dat ik schipper Braaksma van de sleepboot Martje 1 goed kende. Hij zag dan ook raar op toen hij mij in de centrale op Ameland aantrof. Na het lossen, plaatsen en aansluiten van de Terschellinger motor, wat toch een aantal dagen vergde, was de elektriciteitvoorziening op Ameland weer op volle sterkte. Met z’n allen, Foppe Kiewiet, Dirk Brouwer, Jaap Metz, Adrie Metz, Joop de Haan en ondergetekende, machinisten van de centrale, hadden we dit met stevig doorwerken toch maar weer voor elkaar gekregen. En dat met het vooruitzicht dat de centrale binnen afzienbare tijd ging sluiten.