Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
Eerste witte huiler in Zeehondencentrum
PIETERBUREN – Zeehondencentrum Pieterburen heeft op 8 december de eerste witte huiler van deze winter opgevangen. Het zeehondje werd op het strand van Vlieland aangetroffen. Na lange observatie bleek opvang nodig. Het geboorteseizoen van de Grijze zeehond in Nederland is net begonnen en het Zeehondencentrum roept daarom op om afstand te houden ten opzichte van zeehonden.
Dondermiddag werd er melding gemaakt van een witte pup op een van de stranden van Vlieland. Na een etmaal observatie was duidelijk dat er geen moeder meer in de buurt was en dat de pup te vaak verstoord werd. Vrijdagochtend is daarom besloten het diertje op te vangen. Er liggen momenteel meerdere witte pups op de stranden en in de duinen van Vlieland en bij deze wordt regelmatig een moeder gezien. Waarschijnlijk heeft het stormachtige weer bijgedragen aan de situatie waarin Willem, vernoemd naar de EHBZ vrijwilliger op Vlieland, terecht was gekomen.
In Nederland is het geboorteseizoen van de Grijze zeehond net begonnen. Dat betekent dat er op hoge zandbanken en eilanden in de Waddenzee pups worden geboren. Zij worden geboren met een compleet witte vacht, omdat ze de eerste 2-3 weken van hun leven op het land liggen en gezoogd worden. De moederzeehonden laten hun pups af en toe alleen om te gaan foerageren. Om de pups en moeders de rust en bescherming te bieden die zij nodig hebben, is Pieterburen al een voorlichtingscampagne gestart. Op social media, website en op de boten van de rederijen Doeksen en Wagenborg is een filmpje te zien dat duidelijk maakt wat er kan gebeuren bij verstoring.
Pup Willem zal er waarschijnlijk wel bovenop komen. Hij zal binnenkort voor het publiek te zien zijn. Het Zeehondencentrum hoopt dat er niet veel pups volgen, want het beste is dat ze bij hun moeder blijven. Belangrijkste advies daarom: afstand houden, hond aan de lijn en bij enige twijfel eerst met Pieterburen bellen. Zo hoopt het Zeehondencentrum verstoring en daardoor onnodige opvang van jonge dieren te voorkomen.