Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
William de Jong, vrijwillige redder bij KNRM: ‘Het geeft voldoening om anderen te helpen’
Foto: Jantina Scheltema
Dat de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) op 11 november van dit jaar 200 jaar bestaat, zal niet onopgemerkt blijven. Op de website kun je in de geschiedenis van de organisatie duiken en kijken wat er de afgelopen twee eeuwen veranderd is, er zijn speciale herdenkingsmunten gelanceerd en de podcast Redders op Zee, van KNRM en Fisherman’s Friend, staat sinds de eerste aflevering in maart nog altijd in de top 15 van de podcast-hitlijst op Spotify. De bijzondere en vaak heftige verhalen trekken de aandacht.
In het kader van het jubileum van deze unieke organisatie gingen wij in gesprek met William de Jong (41), vrijwillige redder bij reddingstation Ameland-Ballum.
William is 41, getrouwd met Patty en vader van dochter Hanna (10) en zoon Gerben (5). In het dagelijks leven werkt hij als technisch medewerker bij een vakantiewoning verhuurbedrijf, is hij raadslid en dijkwacht (bij storm houdt hij in de gaten of de dijk het gaat houden) en speelt hij basgitaar in een band.
KNRM-boekjes lezen bij opa
‘Het is inmiddels alweer zeventien jaar geleden dat ik vrijwillige redder werd bij de KNRM. Al van jongs af aan was ik fan en las ik bij opa thuis de boekjes van de KNRM. Dan schreef ik mijn eigen naam in het boekje, alsof ik ook deel had uitgemaakt van de reddingsactie.
Toen mijn broer zich aansloot bij het reddingstation van Nes begon het bij mij ook al wel wat te kriebelen. Ik was jarenlang een fanatiek voetballer, waar veel van mijn tijd in ging zitten. Maar nu werd ik wat ouder en nam het fanatisme ook wat af. Toen ik de toenmalig schipper onder het genot van een biertje sprak over de mogelijkheid om mij aan te sluiten en deze mij later opbelde met de vraag, “hoe lijkt het?”, was de keuze snel gemaakt. Mijn voetbalcarrière heb ik vaarwel gezegd en ik ben aan boord gestapt.’
Topsport
‘Hoewel voetballen een sport en een hobby is, die niet echt te vergelijken is met het vrijwilligerswerk bij de KNRM, zijn er wel degelijk overeenkomsten. De KNRM oefent of traint iedere maandagavond en je ervaart ook echt wel een kameraadschap bij de club, het station waar je bij aangesloten zit of mensen van andere stations. Het is ook wel topsport, want het kan behoorlijk intensief zijn.
Het verschil is dat je bij de KNRM echt wordt opgeleid om redder te worden. Ik ben inmiddels zeventien jaar aangesloten bij de KNRM en sla ook wel eens een training op de maandag over als ik bijvoorbeeld een raads- of commissievergadering heb. Maar ik heb eerst heel intensief geoefend en alle cursussen en opleidingen gevolgd die ik via de KNRM moest en kon volgen.’
Je kunt een golf niet vertellen hoe hij moet rollen
‘Ik had totaal geen ervaring op zee. Nautische kennis is wel handig, maar het is niet noodzakelijk. Je kunt er gewoon helemaal blanco instappen. Wanneer je als vrijwillige redder begint, start er een heel traject. Je krijgt een heleboel trainingen en cursussen aangeboden zodat jij leert hoe jij je moet redden op het water, en natuurlijk hoe je een ander moet redden. Zo deed ik een EHBO cursus, haalde ik mijn vaarbewijs, leerde ik hoe ik met de radar aan boord moest omgaan. Want je vaart vaak in het donker of in de mist en dan ben je afhankelijk van je scherm om te zien wat er op het water is.
Ook krijg je een cursus in het omgaan met de marifoon, zodat je weet hoe je kunt communiceren met andere schepen, want ook daar zijn weer allerlei regels voor. Dan heb je nog een speciale cursus radar varen met snelle schepen, en krijg je ook een hele theoretische cursus kustnavigatie, waarbij je alles leert over hoe je moet omgaan met het getij en de stroming. Of hoe je je moet voorbereiden op een lange reis op het water.
Destijds ging je als nieuwe vrijwilliger ook nog tien dagen naar Schotland om daar met andere stations samen te werken.Doordat je al die cursussen met een clubje mensen doet, en daardoor veel met elkaar optrekt, creëer je automatisch een band.
Toch kun je nog zoveel theoretische cursussen volgen, pas in de praktijk leer je echt hoe het eraan toe gaat. En het blijft altijd lastig om je overal op voor te bereiden, want op papier kan je het nog zo voor elkaar hebben: je kunt een golf niet vertellen hoe hij moet rollen.’
Een koe op het wad
‘Het oplossingsgericht handelen tijdens het werk bij de KNRM vind ik dan ook fantastisch. Je weet van tevoren nooit waar je belandt en het is elke keer weer anders. De ene keer word je opgeroepen omdat er een koe op het wad staat, omdat iemand in een oester gestapt is, of er een bootje op een plaat vast zit. Maar de andere keer moet je uitrukken omdat je een drenkeling moet redden, of omdat er een schip in brand staat waarbij mensen metershoog naar beneden springen. Het kan dus van alles zijn, en op dat moment moet jij met het clubje waarmee je op het water zit, handelen. Je moet het samen oplossen. Die afwisseling en dat samenwerken, samen de klus klaren, dat is het mooie van werken bij de KNRM.’
Van hartfalen tot bevalling
‘Vroeger was ik vaker aanwezig, maar sinds de kinderen er zijn is dat iets minder. Toch zorg ik er altijd voor dat ik geoefend blijf en mijn kennis up to date houd. Ook loop ik regelmatig bij schipper Willard binnen om bij te praten.
Het station Ameland-Ballum bestaat uit veertien personen. Op dit moment zijn er nog twee stations op het eiland, maar die worden volgend jaar samengevoegd. Er komt een nieuw boothuis in de Ballumerbocht. We hebben twee boten. De Maria Hofker van 7,5 meter en de Anna Margaretha van 19 meter.
Wij werken met PreCom, dat is een systeem wanneer je je beschikbaarheid kunt doorgeven. Je meldt je aan en je meldt je af. Ga ik een weekendje weg, dan meld ik me af. De schipper kan op die manier zien of hij genoeg bezetting heeft. Voorheen werkten we met een rooster en dan moest je er in het weekend ook gewoon altijd zijn. Nu is dat allemaal wat makkelijker en overzichtelijker geworden.
Ook deden we vroeger het patiënten transport op Ameland. Als je dan je been brak op Ameland en naar het ziekenhuis moest, regelde de KNRM dat. Maar dat nam op een gegeven moment zoveel tijd in beslag dat het wel heel intensief werd voor de vrijwilligers. We hadden toen wel zo’n 160 patiënten per jaar. Inmiddels heeft de Waddenheli deze taak overgenomen en pakt de KNRM het nog zo’n 30 tot 40 keer per jaar op, wanneer de helikopter niet kan vliegen, bijvoorbeeld bij mist en slecht zicht. Van hartfalen tot bevallingen, we hebben het allemaal meegemaakt. En vaak gaat het dan ook nog om mensen die je kent, want Ameland is niet groot en het gros van de patiënten is Amelander. Toch is dat voor de patiënten vaak wel een geruststelling, zo’n vertrouwd gezicht.’
Het risico voor jezelf zet je opzij
‘Tijdens het werk maak je soms heftige en soms hele mooie dingen mee. Veel reddingen staan je dan ook nog helder voor de geest, ook als ze al langer geleden zijn. Zoals de Harlingen 38, een schelpenzuiger die boven Ameland water in het ruim kreeg. Dat schip vroeg om hulp en is daarna razendsnel gekapseisd. Drie opvarenden zijn daarbij verdronken. Dan denk je wel eens, wat als we nou tien minuten eerder waren geweest. Hadden we ze dan nog kunnen redden? Het duurt wel even voor je dat los kunt laten.
Ook heftig vond ik het Duitse meisje dat vanuit het water naar de zonsondergang keek en toen in de problemen kwam door de sterke stroming en dat toen verdronken is.
Tegelijkertijd zijn er ook mooie momenten. Bijvoorbeeld als je een, voor ons, simpele redding hebt. Dan ga je bijvoorbeeld naar een scheepje waarvan de motor niet meer werkt, en dan zijn de mensen in paniek. Zodra ze ons zien en we zeggen dat we komen helpen, dan zie je de rust terugkeren in de ogen. Dat doet je goed.
Maar je moet wel wat kunnen hebben. En hoe ouder ik word, hoe meer ik ga beseffen dat het werk niet zonder gevaar is. Toch zet je dat ook opzij, want degene die acuut in gevaar is heeft jouw hulp nodig.’
Kameraadschap
‘Het is ook heel belangrijk dat je je ei kwijt kunt na heftige gebeurtenissen. Op het station kennen we elkaar goed en praten we meteen na een redding na. Ik was niet bij de reddingsactie van de Fremantle Highway omdat ik herstellende was van een beenbreuk, maar ik ben wel naar het station gegaan om er samen met anderen voor te zorgen dat er koffie en eten was en dat de mannen opgevangen werden en hun verhaal konden doen. Kameraadschap is heel belangrijk op zo’n station.
Maar ook wanneer je op een ander station komt voel je gelijk een verbinding. Je hebt allemaal hetzelfde doel, en dat is mensen redden en helpen. Als we het water opgaan dan moet je weten wat je aan elkaar hebt. Je moet het samen doen. Om goed samen te kunnen werken is kameraadschap onmisbaar. Zodat je zonder woorden kunt communiceren en als vanzelfsprekend samenwerkt. Toch heeft iedereen naast de KNRM gewoon zijn eigen vriendengroep.’
Een symbolisch bedrag
‘De KNRM is een bijzondere organisatie. Het is een stichting die zichzelf in leven houdt door giften en legaten. Daarom zijn onze donateurs, of ‘Redders aan de Wal’, ook zo belangrijk. Er zijn daarin allerlei mogelijkheden. Zo kun je maandelijks, per kwartaal, of per (half)jaar een vast bedrag doneren, maar ook eenmalige donaties zijn erg welkom. Je kunt ook een donatie doen en op die manier je naam of de naam van een dierbare verbinden aan een nieuwe reddingsboot.
Als vrijwilligers verdienen wij een symbolisch bedrag van €1,25 per uur. Dat bedrag stamt nog uit het vroegste begin van de KNRM. Als er vroeger een schip in de problemen kwam, dan gingen de mensen eerst kijken of er iets te halen viel tussen de overboord geslagen lading. De mensen hadden niet veel in die tijd. Pas daarna werd er gekeken of er nog mensen geholpen konden worden. Daarop werd besloten om de mensen die bereid waren de opvarende te redden een bedrag van 2 gulden 50 aan te bieden, zodat het de moeite waard was.
Wij gebruiken dat bedrag nu voor een flesje bier, een colaatje of een frikadel na de trainingen.
Ik denk dat de KNRM echt uniek is. De maatschappij verhard en de bereidheid om iets voor een ander te doen lijkt steeds kleiner te worden. Mensen kennen hun buren niet meer en leven steeds meer op hun eigen eilandje. Dat het nog bestaat dat mensen voor vrijwel niks hun eigen veiligheid riskeren voor een ander, geeft toch hoop.’
Iets terug doen voor de gemeenschap
‘Het is wel lastig om vrijwilligers te vinden. Dat is ook een van de redenen dat de twee stations samengevoegd worden. Omdat iedereen het steeds drukker krijgt en we op die manier het station beter kunnen bemannen. Er wonen op Ameland zo’n 3700 mensen, in het hoogseizoen moeten we zo’n 35000 mensen faciliteren. Maar ook in de winterperiode heeft iedereen zijn sociale dingen: het verenigingsleven, voetbal of een andere sport. Iedereen heeft het eigenlijk constant smoordruk met van alles. Het is dan ook best lastig om tijd vrij te maken en wij moeten onze potentiële vrijwilligers echt vragen of ze zich willen aansluiten.
Bovendien ben je ook zo vijf jaar verder voor je het allemaal echt in de vingers hebt.
Vanaf 18 jaar mag je je aansluiten bij de KNRM. Als je bij station Ameland wilt beginnen moet je hier wel wonen en werken. Ook moet je een flexibele werkgever hebben, die jou kan missen als er een actie is. Door vrijwilliger bij de KNRM te zijn, kun je, in mijn ogen, echt iets terug doen voor het eiland en voor de gemeenschap. Als je affiniteit hebt met water, met de KNRM, en wel van een uitdaging houdt, trek een van ons dan gewoon eens aan het vestje om er eens over te kletsen.
Want het is fantastisch. Geen moment is gelijk en je moet snel kunnen schakelen.
De podcast die gemaakt is in het kader van het 200 jarig bestaan schetst ook een mooi beeld van hoe het kan zijn. Zelfs voor ons redders is het indrukwekkend om te luisteren. Want als je het hoort, dan ben je er gewoon echt bij. Je ziet het door de ogen van je collega en beseft toch opnieuw weer hoe meedogenloos de zee kan zijn.
De verhalen zijn soms heel heftig, maar het is het allemaal ook waard. Want als je dan samenwerkt tijdens een actie en het toch gewoon samen voor elkaar krijgt, dat je de mensen kunt helpen, dan geeft dat enorm veel voldoening.’
Zou het erg leuk toe lijken vrijwilliger te worden bij de KNRM .woon en werk al 25 jr op ameland groetjes lammert