Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
Alsnog ruimte voor recreatieve visserij
GRONINGEN – Kleinschalige recreatieve visserij met vaste vistuigen (netten en fuiken) moet in beperkte vorm mogelijk blijven langs de Nederlandse kust, zonder dat deze vorm van visserij nadelige gevolgen heeft voor de visstand. Daarvoor moet er één landelijke vrijstellingsregeling komen, zo luidt het advies van portefeuillehouder visserij van het Regionaal College Waddengebied (RCW), Douwe Hollenga.
Het advies is vandaag verstuurd naar staatssecretaris Henk Bleker. Zijn voorgangster, minister Gerda Verburg, had gevraagd om dit advies. Zij besloot eind 2009 tot een algeheel verbod op recreatief vissen met vaste vistuigen. Dat verbod zal per 1-1-2011 ingaan. Echter, begin dit jaar verzocht de Tweede Kamer de minister dit verbod te heroverwegen. Dit verzoek van de kamer leidde tot de adviesvraag aan Hollenga als portefeuillehouder visserij van het RCW om te zoeken naar een oplossing. Waarmee op beperkte schaal recreatief vissen met netten langs de hele Nederlandse kust nog wel mogelijk kan blijven.
Om tot dit advies te komen heeft Hollenga gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de eilanden, vergunninghouders en het ministerie van EL&I.
"Ik heb er alle vertrouwen in dat deze vrijstellingsregeling zowel voor de vissers als voor de visstand een goede oplossing biedt. En bovendien voorkomt de regeling, dat een eeuwenoude traditie op bijvoorbeeld de Waddeneilanden – waaronder het vissen op het strand met vaste netten – niet zal verdwijnen", aldus Hollenga.
Vrijstellingsregeling
De bedoeling van de vrijstellingsregeling is dat recreatieve vissers, ondanks het verbod op vissen met vaste vistuigen, toch lokaal kunnen blijven vissen in de kustwateren en vanaf het strand.
In de voorgestelde vrijstellingsregeling voor recreatief vissen – op andere vissoorten dan aal – komt een bovengrens voor staandwant, namelijk maximaal 100 meter netlengte per visser. Voor fuiken geldt, twee fuiken maximaal per visser en met een minimale maaslengte van 6 cm.
Waar nog nodig, kan de staatssecretaris voor bepaalde delen van de kustwateren locatiespecifieke beperkingen of verboden stellen, bijvoorbeeld voor kwetsbare gebieden waar nu ook al beperkingen gelden.
Vissers die gebruik willen maken van deze vormen van recreatieve visserij moeten dat vooraf melden bij het college van B&W van betreffende gemeente.
Impact van het verbod
Het voorgenomen besluit betreffende het verbod op recreatieve visserij met vaste vistuigen is genomen ter bescherming van de palingstand en vloeit voort uit het Nederlandse Aalbeheerplan en Europese verplichtingen. Echter, dit verbod omvat alle visserij activiteiten met staandwant, fuiken en andere vaste vistuigen. Het algemene verbod hierop reikt daarmee verder dan bescherming van de palingstand.
De impact van het volledige verbod voor de kleinschalige recreatieve visserij op de eilanden is fors en staat niet in verhouding tot de omvang ervan. Op de eilanden maar ook elders in het Waddengebied vindt lokaal recreatief visserij plaats direct aan de kustlijn. Het gaat veelal om traditionele streek- en eilandereigen vormen van visserij voor eigen gebruik, waarbij sprake is van beperkte lengtes aan netten of van het aantal fuiken. Er leefde vanuit het Waddengebied sterk de wens te komen tot aanvullende c.q. specifieke regels om deze gebiedseigen vorm van visserij op enigerlei wijze te handhaven. Het advies van Hollenga richting staatssecretaris Bleker moet leiden tot een oplossing die tegemoet komt aan de wensen van de kleinschalige recreatieve vissers.
Bron: Provincie Groningen