Vertrouwen in VO Friese Waddeneilanden

BALLUM – De Inspectie Voortgezet Onderwijs heeft vertrouwen in de kwaliteitsverbeteringen in het voortgezet onderwijs die Schiermonnikoog, Terschelling, Ameland en Vlieland de afgelopen jaren hebben doorgevoerd. Ook de samenwerking die de eilanden met de scholen en hun directies hebben ingezet, stemt de Inspectie tevreden. Dit blijkt uit overleg tussen de scholen, het ministerie van OC&W en de Inspectie. Een van de scholen is de Burgemeester Walda School in Nes. 

Regelmatig overleg

Om problematiek van voortgezet onderwijs op de Waddeneilanden nauwgezet te volgen, overleggen de scholen van Schiermonnikoog, Terschelling, Ameland en Vlieland regelmatig met elkaar. Eens in de twee jaar schuift de Inspectie Voortgezet Onderwijs bij dit overleg aan. Scholen kunnen eventuele knelpunten en mogelijke oplossingen dan direct met de Inspectie overleggen.

Maatregelen passend bij lokale situatie

De scholen op de eilanden hebben te maken met kleinere aantallen leerlingen met onderling grote verschillen qua niveau. Daardoor is de kans dat de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang komt groter dan in vergelijking met scholen aan de wal. Om die kwaliteit te kunnen borgen, werkt het voortgezet onderwijs op de eilanden de afgelopen jaren nauwer met elkaar samen. Ook zochten de scholen samenwerking met onderwijsinstellingen aan de wal. Daarnaast maken ze strategische keuzes die beter passen in de lokale situatie, zoals grotere klassen onder begeleiding van meerdere docenten tegelijkertijd of juist inzetten op kleinere groepen. Verder zetten de scholen de afgelopen jaren in op verdere professionalisering van de docenten en de introductie van de functiemix. Deze functiemix biedt docenten de mogelijkheid om door te stromen naar hogere leraarsfuncties.

Volgen niveau van in-, door- en uitstroom van leerlingen

De scholen op de eilanden kampten met een relatief hoog verschil tussen het niveau van in- en uitstroom van de leerlingen. Om leerlingen uit het basisonderwijs op het juiste niveau in te laten stromen, is de plaatsingswijzer ontwikkeld. Samen met het basisonderwijs wil het voortgezet onderwijs deze plaatsingswijzer verder implementeren en gebruiken. De plaatsingswijzer, waar het advies van de basisschool een belangrijk deel van is, is de basis voor het niveau van instroom. De eerste resultaten zijn positief. Binnen het voortgezet onderwijs is wel afgesproken om aan de Inspectie te kunnen laten zien op welk niveau de leerling is aangenomen en welk traject die leerling binnen de school heeft gevolgd. Onder andere hierover zijn met de Inspectie afspraken gemaakt. De scholen hebben samen, met de Inspectie en het ministerie van OC&W afgesproken deze ingezette lijn voort te zetten.

Bron: Gemeente Ameland