Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
Verhaal – Amelander zee-sprookje
MAARTENSDIJK – Na aanleiding van het familieweekend (18 oktober 2014 te Hollum) van de kinderen, klein- en achter- kleinkinderen van Bram en Aafke de Vries heb ik een verhaal geschreven en verteld; dit uit eigen fantasie, deels gebaseerd op mijn herinnering aan vele kustlegendes.
Marten de la Vieter (Maartensdijk, 14 oktober 2014)
Amelander zee-sprookje
Lang, lang, heel lang geleden.
De zee was vol vreemde wezens, draakachtige vissen, grote inktvissen, zeemeerminnen en andere vreemde wezens.
Je hoorde vreemde klanken vanuit zee, als de witte dampen over het water lagen.
Deze klanken lokten nieuwsgierige jong-verliefden naar ‘t strand, de zee in, zij kwamen nooit meer terug.
De witte dampen waren de laatste resten/zielen van dode vrouwen, die boven het water zweefden, vooral in de winter met heldere maan.
Lang, lang, lang geleden was het niet veilig om ’s winters langs het strand te gaan.
De mensen van de eilanden deden dat ook niet.
Behalve waaghalzen, soms kwamen ze terug met rijkdommen, maar vaak verdwenen ze. Toen was Ameland een eiland in tweeën, dus twee stukken, twee delen.
Een deel met Hollum en met de dorpen Sier en Ballum, geen dijken en in de winter als de boze wind met golven, die kwamen soms tot de kerk, waar de mensen angstig samen zaten.