Nationale Tuinvogeltelling 2024: huismus aan kop, zorgen om groenling

Afgelopen weekend namen meer dan 122.000 natuurliefhebbers plaats in hun tuin of op het balkon voor de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling. De huismus blijft onbetwist de lijstaanvoerder, met maar liefst 344.373 waarnemingen. De groenlink verscheen slechts in vijf procent van de tuinen.

Minder groenlingen, meer vogelliefhebbers

De Vogelbescherming Nederland is blij met het grote aantal deelnemers, hoewel het iets minder is dan voorgaande jaren. In vergelijking met 2020, vóór de coronacrisis, is er echter een opvallende stijging. De Vogelbescherming ziet dit als een positief signaal dat vogels kijken steeds populairder wordt en mensen meer begaan zijn met de vogels in hun eigen tuin.

Zorgen om de Groenling

Helaas bracht de telling minder positief nieuws over de groenling. Deze vogel, waar deze editie speciale aandacht naar uitging, werd slechts in vijf procent van de tuinen gespot. Een opmerkelijke daling ten opzichte van voorgaande jaren, toen de groenling nog in meer dan een kwart van de tuinen te vinden was.

Mogelijke oorzaken van achteruitgang

De afname van groenlingen wordt deels toegeschreven aan het gebrek aan geschikte broedplekken, zoals struiken. Daarnaast wordt een ziekte genaamd “het geel,” die vaak via voedertafels wordt verspreid, als mogelijke oorzaak genoemd.

Top 5 resultaten:

De top 5 van meest gespotte vogels tijdens de telling tot nu toe ziet er als volgt uit:

1. Huismus: 364.908 waarnemingen
2. Koolmees: 229.614 waarnemingen
3. Pimpelmees: 150.287 waarnemingen
4. Merel: 132.616 waarnemingen
5. Vink: 114.972 waarnemingen

In totaal werden bijna 1,8 miljoen vogels geteld.

Alle resultaten zijn beschikbaar op de website van de Nationale Tuinvogeltelling.