Tip
Een tip of adverteren? Neem dan contact op met info@persbureau-ameland.nl.
Zeehondencrèche goed bezig

PIETERBUREBN – De Zeehondencrèche staat in Nederland op nummer 1 in wetenschappelijk zeehondenonderzoek. Dat staat in het rapport van het Centrum voor Wetenschaps- en Technologie-Studies (CWTS) in leiden.
Het instituut beoordeelt de impact van het wetenschappelijke werk van Zeehondencrèche Lenie ‘t Hart (SRRC: Seal Rehabilitation and Research Centre) als ruim boven wereldniveau.
Het CWTS van de Universiteit Leiden heeft in opdracht van het ministerie van Economische Zaken de waarde geanalyseerd van de wetenschappelijke publicaties van een tweetal onderzoeksinstituten, waaronder de Zeehondencrèche. De conclusie van het CWTS is dat de Zeehondencrèche (SRRC) ruim boven wereldniveau presteert. Als het wereldgemiddelde met de waarde 1 wordt weergegeven, dan scoort de Zeehondencrèche hier 1.79, dus bijna 80% beter! De Zeehondencrèche is hier heel blij mee. Ze beschouwt de conclusie van het onafhankelijke CWTS als een groot compliment voor de organisatie.
Lenie ’t Hart: “Zonder overheidsgeld en met slechts een klein aantal wetenschappers levert de Zeehondencrèche kwalitatief hoogwaardig onderzoek op het gebied van zeehonden. Zonder de bezielende leiding van Prof. dr Ab Osterhaus en de enorme steun van mensen die zeehonden een warm hart toedragen, was dit geweldige resultaat niet mogelijk geweest.”
Het onderzoek is een bibliometrische studie geweest, waarbij zowel het aantal wetenschappelijke publicaties als het belang per publicatie samengenomen wordt tot een gewogen indexcijfer. Deze genormeerde impact analyse (Mean Normalized Citation Score, MNCS) kan dan afgezet worden tegen het gemiddelde van alle wetenschappelijke instituten bij elkaar. Voor de Zeehondencrèche zijn alle publicaties vanaf 1980 met deze methode onder de loep genomen. Het CWTS stelt: “De MNCS meet de genormeerde impact en laat zien dat de publicaties van de SRRC een impact hebben die ruim boven het wereldgemiddelde (1) ligt.”
Bron: Zeehondencrèche Lenie ’t Hart