Ingezonden – Niet gehinderd door enige kennis

HOLLUM – Mario Bunicich van robbenboot Zeehond schrijft over de jachthaven en verwijst argumenten waarom de Zeehond niet in de jachthaven kan liggen naar het rijk der fabelen. Een ingezonden mededeling, PA plaatst ze van harte om discussie op gang te brengen, verschillende visies op een zaak te laten zien en om zaken helder te krijgen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de ingezonden brief ligt bij de afzender.

Niet gehinderd door enige kennis

Besluit over de jachthaven.

Er zijn een aantal dingen waar wij ons over verbazen inzake het besluit over de jachthaven.

De meerderheid van de raad stemde voor 'optie één' waarin de situatie betreffende de ligplaatsen van de robbenboten blijft zoals die nu is. Dit plan heeft dhr. Jook Nauta in opdracht van de gemeente uitgewerkt. Bij de vorige raadsvergadering werd getwijfeld over de onafhankelijkheid van dhr. Nauta door Ameland'82 (en terecht in mijn ogen, een slager die zijn eigen vlees keurt). Dhr. Nauta is namelijk tijdelijk voorzitter van de jachthaven. Wethouder Faber hield een betoog dat dhr. Nauta met alle betrokkenen uitgebreid overleg heeft gehad (alleen niet met ons en dit hebben wij de wethouder op 24 augustus jl. al mede gedeeld). In dat gesprek hebben wij ook aangegeven dat wij geïnteresseerd zijn in een gesprek met dhr. Nauta. Dit vonden de wethouder en een gemeenteambtenaar niet nodig, zij zouden dhr. Nauta wel even bijpraten. Dit is ons inziens een vreemde gang van zaken.

De argumenten waarmee het jachthaven bestuur en de bruine vloot mee komen zijn: dat de robbenboot Zeehond te groot zou zijn om in de jachthaven te liggen, maar als dat zo is waarom mogen en komen er dan wel charterschepen die zelfs nog groter zijn dan de Zeehond, dat de Zeehond de ingang naar de ligplaatsen van de jachten zou verkleinen, maar iedereen die op de hoogte van de situatie is weet dat dit onzin is, dat de pleziervaart last zou hebben van ons schroefwater en ook dit kan naar het land der fabelen. Als laatste argument zouden wij de hele dag in en uit de haven varen. Dit is in het hoogseizoen slechts twee keer en in het weekend één keer per dag. Zowel wethouder Faber en ook de verantwoordelijk ambtenaar hebben ons nog geen goed argument kunnen geven waarom wij niet in de jachthaven mogen liggen. Wij hebben alle argumenten die door de wethouder en ambtenaar zijn aangedragen zonder enige moeite kunnen weerleggen. Als je niet kunt autorijden, moet je dit niet doen en dat is voor varen niet anders.

Na de voorlichtingsavond van Nauta over optie één zijn er na een paar dagen een tweede en derde optie toegevoegd. Deze zijn naar mijn mening te laat (bewust of onbewust) toegevoegd om het proces een bepaalde kant op te sturen en waardoor optie twee en drie mogelijk geen kans maken. Het is dan ook onbegrijpelijk dan er raadsleden zijn die op basis van één voorlichtingsavond van een absoluut niet onafhankelijk persoon een besluit nemen en zich niet de moeite nemen om ons verhaal aan te horen. Als reactie daarop hebben wij een brief naar de raadsleden gestuurd met daarin onze visie op de bezwaren van het jachthavenbestuur en de bruine vloot en dat wij dit graag mondeling zouden willen toelichten. Tot ons verdriet hebben er maar een paar raadsleden gereageerd.

De reden waarom wij graag het hele jaar in de jachthaven wensen te liggen is omdat de huidige ligplaats met westelijke winden nou niet bepaald een ideale ligplaats is. De veerboot ligt niet voor niets aan de oostzijde van de veerdam.

Krijgen passanten en de bruine vloot voorrang op de eilanders (ondernemers)???

Als dit de werkwijze van onze wethouder en meerdere raadsleden is kunnen we nog wat beleven…

Mario Bunicich

robbenboot “Zeehond”